Blog: Nieuwe etiquette online interviewen nodig

Gepubliceerd op : 30 juni 2020
Met het topic Integratie in mijn hoofd en een schetsblok onder mijn arm, ga ik kennismaken met drie jongeren, 13, 16 en 17 jaar, uit een Syrisch gezin. Het is de eerste stap van mijn veldonderzoek op vrijdag 13 maart. Dé dag waarop hogescholen en universiteiten plotsklaps gesloten worden. Eind maart, als ik de rijke verhalen nog aan het uitwerken ben en Engeland inmiddels in totale lockdown is, ontvang ik een bericht van mijn supervisor. “Alle interviews moeten per direct gestopt worden”. “Ja, die kunnen inderdaad niet meer face-to-face plaatsvinden”, bedenk ik me. Maar gelukkig heb ik al ervaringen opgedaan met Teams- en Skype-gesprekken, en niets vermoedend antwoord ik: “Geen probleem. Ik ga mijn onderzoek onlinevoortzetten”. Maar de supervisor vervolgt: “Met de doelgroep, vluchtelingen en statushouders, mogen geen online interviews plaats vinden. Met professionals en vrijwilligers wel”. Enigszins overrompeld vraag ik om de redenen. Als eerste argument wordt gegeven dat door online te interviewen er een te groot machtsverschil ontstaat tussen de onderzoeker en de geïnterviewde. En het tweede argument luidt: “Het is al een doelgroep in kwetsbare positie. In deze onzekere tijd, leidt vragen stellen door een onbekende onderzoeker mogelijk tot re-traumatisering”.
Het zet me aan het denken. Ik breng het standpunt van de Engelse universiteit in, in het eerstvolgende werkoverleg van Kenniscentrum Talentontwikkeling van Hogeschool Rotterdam. En stel daar de vraag: “Hoe staan wij tegenover het doen van online onderzoek met kwetsbare doelgroepen in deze tijd?”. Na enige discussie luidt het heersende standpunt: “Juist in deze tijd, is het actueel en interessant om onderzoek te doen naar de gevolgen voor deze doelgroep. En wie kan dat beter vertellen dan de doelgroep zelf?”. Ik vraag me af: Wanneer doe ik als onderzoeker, in deze corona-tijd, het goede en doe ik het goede goed?
Wanneer ik een oproep lees voor inbreng op de Inspiratiedag Sociaal werk met als thema ‘Onderzoek op afstand’ zie ik dit als een kans om het dilemma voor te leggen aan een breed platform van onderzoekers en lectoren. Is het online-interviewen van mensen in kwetsbare posities ook een vraagstuk op andere hogescholen, zijn er mogelijk inmiddels aangepaste protocollen? Er komt nog een andere vraag bij me op: In hoeverre kunnen wij hier een oordeel over hebben, want weten we wat het voor de ander betekent om online geïnterviewd te worden? Hoe voelt dat, zeker omdat het vaak best persoonlijke onderwerpen betreft?
Zo komt het dat ik samen met twee collega’s van de Werkplaats Sociaal Domein Zuid-Holland Zuid op de digitale Inspiratiedag Sociaal Werk (18 juni) een Teams-workshop organiseer met twee ingrediënten: ervaringsleren en het gesprek op gang brengen onder hogescholen over ethiek rondom interviewen op afstand. De stellingname van lector Judith Metz in haar key-note dat onderzoeken naar ervaringen van doelgroepen, zonder het betrekken van de doelgroep geen goed onderzoek is, onderstreept de urgentie van het vraagstuk. Meer gespannen dan als in een gewone face-to-face bijeenkomst breng ik vervolgens via Teams mijn casus in. Het voelt ongemakkelijk. Ik zit, terwijl ik anders zou staan. Ik weet niet hoe groot en luid ik in beeld ben. Ik vraag me ondertussen af of mijn boodschap over komt, ik zie namelijk geen bevestigend knikje of een frons. Voor de opdracht waar de deelnemers in groepjes uiteen gaan, komt er weer onzekerheid op, ondanks dat ik weet dat het goed voorbereid is en er een technische achterwacht is. Gaat dit lukken bij de anderen en bij mij?
De deelnemers krijgen de opdracht om elkaar in duo’s te interviewen met als topics: wat betekent nabijheid of basisveiligheid voor jou in coronatijd? Als ik meeluister in één van de deelsessies hoor ik in de reflectie een aantal opvallende uitspraken: “Leerzaam, ik was wel terughoudend in mijn antwoorden, merkte ik. Het was wel best een persoonlijke vraag”. En “we kennen elkaar niet en voelden elkaar ook niet aan”. Ook bespeur ik ongemak aan de kant de interviewer: “Ik merkte dat ik een langere inleiding nodig had, nu online. Ik bleef maar zoeken naar de connectie”. Een andere interviewer maakt duidelijk: “Er gebeurde erg veel bij de ander. Je ziet de ander ook zo groot in beeld, maar op afstand ga je daar toch ook minder makkelijk op in”. Ook worden er al oplossingen aangedragen: “Het is nog belangrijker dat je toelicht wat en waarom je doet. Misschien moet je ook wel eerst verwachtingen uitspreken naar elkaar?”. Deze en ook andere ervaringen worden ter afsluiting van de Teams-workshop omgezet in do’s en don’ts die door alle twintig deelnemers met digitale post-its op het centrale whiteboard zijn geplakt.
Terugkijkend naar deze sessie ben ik tevreden over de opbrengsten van het ervaringsleren. Wat doet het online interviewen? Ongemak werd gevoeld aan beide kanten door het ontbreken van letterlijke en figuurlijke nabijheid. We kwamen erachter dat we ons kwetsbaar voelden door te interviewen of geïnterviewd te worden vanachter een beeldscherm. Dit terwijl wij als docenten, onderzoekers en lectoren de spelregels van het onderzoek menen te kennen en niet per definitie als kwetsbaar gedefinieerd worden door het CBS. Terugkomend op mijn dilemma doe ik het goede, denk ik wel dat het goed is om mensen een stem te kunnen geven in crisissituaties die anders niet gehoord zou worden. Het heeft me er ook van overtuigd dat we als onderzoekers moeten nadenken over hoe we het goede goed doen, om ongemak bij onszelf als interviewers weg te nemen, maar helemaal om mensen in kwetsbare situaties zich niet extra kwetsbaar te laten voelen. Oftewel, bespreek met elkaar nieuwe gespreks-etiquette, zoals ik op één van de post-its lees. Om de daad bij het woord te voegen, zet ik het formuleren van onlineetiquette op de onderzoeksagenda van ons kenniscentrum en bespreek ik de bevindingen in de werkgroep Armoede en Schulden van de Werkplaats Sociaal Domein, Zuid-Holland Zuid. Ik ben zeer benieuwd, wat zou voor jou een onlineetiquetteregel zijn?
Anne Kooiman is als docentonderzoeker verbonden aan Hogeschool Rotterdam
Op de hoogte blijven? Schrijf u in voor de nieuwsbrief!
Door je te abonneren op onze nieuwsbrief ga je akkoord met onze privacyverklaring.